Lexicon
Hier vind je enkele termen uitgelegd die verband houden met de NADO en de strijd tegen doping.
Een Toestemming wegens Therapeutische Noodzaak om een verboden stof of methode te mogen gebruiken, verleend door een onafhankelijke commissie. De sporter en zijn/haar arts moeten de aanvraag indienen vóór het gebruik van de stof of methode.
De status van elite- of breedtesporter van de atleet is van invloed op TTN-aanvragen. Elitesporters moeten namelijk altijd vooraf een TTN aanvragen, terwijl amateursporters het met terugwerkende kracht kunnen doen.
De periode die aanvangt om 23u59 op de dag vóór de wedstrijd waaraan de sporter moet deelnemen en die eindigt bij het einde van die wedstrijd en de bijhorende staalafname.
Sommige stoffen of methoden zijn alleen in wedstrijdverband verboden. Andere zijn zowel in als buiten wedstrijden verboden.
De Nationale AntiDoping Organisatie is de entiteit die verantwoordelijk is voor de dopingbestrijding, zowel qua wetgeving, controle en preventie. De NADO is het referentiepunt voor federaties, sporters en hun entourage.
Een atleet die een sportactiviteit op hoog niveau beoefent. Hij of zij kan van internationaal of nationaal niveau zijn, volgens een van de volgende vier criteria:
Verboden stoffen die specifiek zo worden genoemd vanwege het misbruik dat vaak buiten een sportcontext plaatsvindt. Daartoe behoren cocaïne, diamorfine (heroïne), methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en tetrahydrocannabinol (THC).